Politiek
Politiek

Politiek

Een nagelbijter. Dat was ik als kind. Ondanks de intensieve tegencampagne van mijn moeder en mijn oma, die me onvermoeibaar in de gaten hielden. Sterker nog: die campagne werkte alleen maar averechts. Net als alle andere doe-wat-wij-willencampagnes die ze bij mij voerden.

Pas toen ze de handdoek in de ring gooiden besloot ik – helemaal uit het niets – met de hele nagelbijterij te stoppen. Het was in één klap gedaan, met snel te merken resultaat, wat mijn moeder niet ontging.
Plotseling stond het hele campagneapparaat weer voor mijn deur, met een volledig nieuwe tactiek: “Als je echt stopt met bijten mag je een cadeau uitzoeken.”

Daarmee haalde ze het bloed onder mijn nagels vandaan. Ik haalde diep adem om uit te vallen: “Je denkt toch niet dat ik iets ga doen of laten omdat jij me omkoopt met een cadeau!?”

Maar ik zwichtte voor de blijheid in haar ogen. En slikte mijn woorden in. Bij wijze van grote uitzondering bedacht ik dat ik minder principieel kon zijn.
Ik gunde mezelf een volleybal en mijn moeder deze overwinning.