“Ik ben een perenboom.”
“Hmm… Dat lijkt me lastig.”
“Lastig of niet, ik ben nu eenmaal een perenboom.”
“Ik bedoel: zit de wereld op peren te wachten?”
“Dat is een gepasseerd station, want ik ben er en ik ben een perenboom.”
“Maar wat als je met peren geen boterham kunt verdienen?”
“Moet ik dan appels gaan produceren?”
“Maar wat als je niet krijgt wat je nodig hebt om te leven?”
“Dan ga ik dood. Nog steeds perenboom.”
