Mensbeeld
Mensbeeld

Over bomen

“Ik ben een perenboom.”
“Hmm… Dat lijkt me lastig.”
“Lastig of niet, ik ben nu eenmaal een perenboom.”
“Ik bedoel: zit de wereld op peren te wachten?”
“Dat is een gepasseerd station, want ik ben er en ik ben een perenboom.”
“Maar wat als je met peren geen boterham kunt verdienen?”
“Moet ik dan appels gaan produceren?”
“Maar wat als je niet krijgt wat je nodig hebt om te leven?”
“Dan ga ik dood. Nog steeds perenboom.”

Gute Nacht Freunde

Er was eens een tijd dat ik naar de radio luisterde. De radio, weet je nog? Ik luisterde naar “Het Oog”, op Radio 1. Naar de interviews. Die gingen over veel dingen waar ik niets mee heb. Ik bedoel niets, in de afwezige zin van het woord. Dingen die niet tot mijn wereld horen. Maar dat boeide niet.
Wat me wel boeide was het enthousiasme waarmee de geïnterviewden over hun ding spraken. Hun motivatie, hun sprankelende ogen, die ik niet kon zien, maar wel horen. Dat zijn mensen die niet alleen doen wat ze goed kunnen, ze doen wat ze willen. Heerlijk.

Toch rust hier een taboe op. Hoezo doen wat je wilt? Ga je het verwende kind uithangen? Het leven bestaat niet alleen uit leuke dingen. Nee, het bestaat ook uit stomme dingen. Zoals dit taboe.
Want wat gebeurt er als mensen de ruimte krijgen om te doen wat ze graag doen? Worden ze dan lui?
Nee. Ze worden geïnterviewd.
Gute Nacht Freunde.

Donderslag bij heldere hemel

“Wat is dat? En dat? Waar is dat voor? En dat? Waarom? Maar waarom?”
Voor de eerste keer was ik met mijn moeder op een ferry. Op een stralende dag, in de baai van Rio de Janeiro. En dat leverde eindeloze vragen op. Zoals bij alles wat nieuw was.

Naarmate de ferry doorvoer, dreef ik mijn moeder tot totale wanhoop. Zonder dat door te hebben. Totdat ze machteloos uitriep: “Ivana, ik weet niet alles! Ik weet niet alles! Ik weet niet alles!”

Schrik.
Mijn hele bestaan stond in één klap op losse schroeven.
Hoezo weet je niet alles? Weet mijn moeder niet alles?
Veel erger nog: betekent dit dat ik – als ik later groot ben – ook niet alles weet?

Deze vragen schoten in een fractie van een seconde door mijn hoofd. Maar ik durfde ze niet te stellen. Daarvoor waren ze veel te bedreigend. Ik was met stomheid geslagen. Volledig in shock.

Eindelijk kwam mijn moeder in rustiger vaarwater.